Frans-Catalonië is ánders door Ronald de Groot
Het uiterste zuiden van Frankrijk aan de kant van de Middellandse Zee is een fascinerende streek. Op de uitlopers van de Pyreneeën vinden we een schitterend landschap, met heerlijke vergezichten. Altijd die prachtige hoge bergtoppen op de achtergrond. De bewoners, Frans-Catalanen, zijn van een eigenzinnig slag, dat vooral van het leven geniet en verder niet lastig gevallen wil worden door bemoeizuchtige types van buitenaf.
Een prachtige instelling, maar een die er wel toe leidde dat de wijnen van de streek, met de Côtes du Roussillon als vlaggendrager, nooit de erkenning kregen die ze verdienden. Licht en gemakkelijk, op zijn best, zo was het oordeel. Pas toen mensen van buitenaf de streek ontdekten en er mooie wijnen gingen maken, werd beseft dat de bijzondere bodem van graniet prachtige en intense wijnen kon voortbrengen. Het verweerde graniet houdt de zonnewarmte perfect vast en geeft de druiven een uitzonderlijke concentratie. Daar komt nog een ander voordeel bij: de lokale bergwind, de tramontane. Niet zo lekker als je er woont overigens, want net als de mistral in het Rhônedal, kan je er horendol van worden. Voor de wijnbouw is hij in ieder geval een zegen. Als het geregend heeft blaast hij de druiven snel droog, waardoor schimmels en rot weinig kans maken.
Kenners trekken voor de mooie wijnen van de streek graag een vergelijking met die beroemde Spaanse streek met dezelfde ondergrond: Priorato. Niet zo vreemd. Maar ja, we zijn in Frankrijk, en dat blijft nu eenmaal zo. Dat betekent ook gekmakende regels die voorschrijven welke druif je wel en niet mag gebruiken en hoeveel precies. Hoe ontsnap je daaraan? Heel simpel: je maakt gewoon een Vin de Pays des Côtes Catalanes. Dezelfde streek, maar veel ruimere regels, met veel meer toegestane druiven. Simpel toch? Of nee, helemaal niet alleen maar simpel, maar juist heel lekker!

Bron: Telegraaf - 10 februari 2008


Wijngebieden Roussillon  >>