'n Riesling uit de Moezel-Saar-Ruwer; van aperitief tot dessert

Riesling is de druivensoort waarvan in elk Duits wijngebied prachtige wijnen worden gemaakt. Doordat de riesling langzaam rijpt en als het weer het toelaat dus laat wordt geoogst, krijgt hij langer de tijd om aroma's te ontwikkelen en een goede balans tussen zoet en zuur te vinden. Hoewel de Riesling op zichzelf specifieke kenmerken heeft, vertonen de wijnen die ervan gemaakt worden opvallende verschillen. Dat heeft alles te maken met de bodem, de ligging van de wijngaarden en de wijnmaker. De Rieslings uit het Moezel-Saar-Ruwergebied hebben een rijke geur, zijn lekker pittig en altijd elegant.

Bodem geeft de wijn pit
De Moezel ontspringt in de Vogezen om ruim 500 kilometer verder bij Koblenz in de Rijn uit te monden. Ten zuiden van de stad Trier voegt de Saar zich bij de Moezel en even ten noorden van deze stad stroomt de Ruwer erin. Op de vaak extreem steile hellingen langs de rivieren rijpen de druiven. De hellingen bestaan grotendeels uit leisteen dat veel mineralen bevat. Die bodem zorgt ervoor dat de wijnen lekker pittig smaken.

Rijpheid van de druif bepaalt de kwaliteit
Net zoals in andere wijnlanden wordt er in Duitsland bij voorkeur geoogst als de druiven helemaal rijp zijn. Het moment waarop en de mate waarin de druiven rijp zijn, kunnen per helling, en soms zelfs per rij wijnstokken, verschillen. In Duitsland hangt de kwaliteitsaanduiding van de wijn samen met het stadium van rijping van de druif. De rijpheid van de druif wordt uitgedrukt in graden Oechsle. Hoe hoger het oechsle-gehalte, des te meer kans heeft de wijn op een hogere kwaliteitsaanduiding. Wie z'n druiven langer aan de wijnstok laat hangen, heeft dus kans op een hoger oechsle-gehalte maar loopt ook het risico van een hagelbui en misoogst.

Kwaliteit- en smaakaanduiding
Als de wijn voldoet aan de eisen van herkomst en gemaakt werd van rijp fruit is het een zogenaamde kwaliteitswijn of voluit: Qualitätswein bestimmter Anbaugebiete. Als het aantal graden Oechsle daar aanleiding toe geeft en ook aan alle andere kwaliteitseisen is voldaan, kan de wijn een predikaat krijgen. In stijgende lijn zijn dat:

Kabinett: gemaakt van volledig rijpe druiven; de wijn is milddroog en meestal licht. Lekker om zo te drinken maar deze kan ook aan tafel worden geschonken.
Spätlese: gemaakt van extra laat geoogste druiven; de wijn is geconcentreerd, vaak licht zoet. Ideale avondwijn en past bij gerechten met een uitgesproken smaak.
Auslese: gemaakt van zeer rijpe druiventrossen die speciaal geselecteerd zijn; intens geurende wijnen met een zoete smaak.
Beerenauslese: gemaakt van speciaal geselecteerde zeer rijpe druiven; rijke, zoete dessertwijn.
Trockenbeerenauslese: gemaakt van overrijpe druiven die één voor één geselecteerd zijn; fluweelzachte, honingzoete, rijke wijn.

Bron: Genootschap voor de Vrienden van de Goede Wijn - juni 1998


Wijngebieden Mosel-Saar-Ruwer  >>