Kort na 1945 heeft Luxemburg zijn
wijnbouw geheel gereorganiseerd en hard gewerkt aan kwaliteitsverbetering,
met zeer goede resultaten. Het wijngebied is niet groot in omvang en is
voornamelijk te vinden langs de steile oevers van de Moezel, die van zuid
naar noord door dit land stroomt. De eerste wijngebieden in het
zuiden zijn te vinden in de buurt van het dorpje Schengen en de laatste
zo'n 45 km noordelijk bij Wasserbillig. Qua klimaat en bodemgesteldheid
(veel kalk) is Luxemburg bij uitstek geschikt voor het aanplanten van
witte druivenrassen. De meest gebruikte druiven zijn: Riesling,
Elbling,
Rivaner
(kruising tussen Riesling en Sylvaner),
Auxerrois, Pinot Blanc,
Pinot
Gris, en
Gewürztraminer
In Luxemburg gebruikt men een classificatie voor
kwaliteitsaanduiding. Deze classificatie wordt tijdens de keuring van het
Marque Nationale vastgesteld.
De beste wijnen krijgen de classificatie Grand Premier Cru, dan Premier
Cru, Vin Classé en ten slotte Marque Nationale
|