Côte de Spijkenisse door Marleen Luijt
Het klinkt misschien wat vreemd, een wijngaard onder de rook van Rotterdam. Omsloten door hoge bomen merk je nauwelijks dat aan de horizon het havengebied van de Botlek prijkt. Hier, vlakbij Spijkenisse, ligt de wijngaard van Fred Lorsheijd (53): Wijndomein de Vier Ambachten. "Ik had als hovenier wat druivenplanten. Die groeiden zo hard, dat ik dacht: laat ik er maar wijn van maken."
Toch blijkt de locatie niet ongunstig. Druiven groeien graag op de zandgrond, het aantal zonuren is er vlakbij de kust - relatief hoog en het zonlicht en dus de warmte wordt nog versterkt door de weerkaatsing in het nabijgelegen meertje en de hoge bomen die de warmte vasthouden. "Op een goede zomerse dag is het wel 46 graden in de wijngaard."
Toen Fred Lorsheijd 31 jaar geleden begon met zijn wijngaard was hij een pionier in Nederland. Enkel in Limburg waren een paar wijnboeren gevestigd. Zij kregen er veel beroepsgenoten bij toen begin jaren negentig nieuwe Duitse druivenrassen hun intrede deden. De nieuwe rassen waren beter bestand tegen het noordelijk klimaat en resistenter tegen schimmels. Ook bij Lorsheijd overheersen de Duitse rassen, waaronder regent, rondo, johanitter en dornfelder.
In tien jaar tijd is het aantal commerciële Nederlandse wijngaarden (vanaf duizend vierkante meter) verviervoudigd tot 160 nu, zegt Theo Mellenbergh van het Wijngaardeniersgilde. In totaal produceren zij jaarlijks ruim 1 miljoen flessen wijn. Daarnaast zijn er nog 300 à 400 hobbywijngaardeniers. De wijngaarden spreiden zich uit van Texel tot Zeeland. Zelfs in de Randstad wordt wijn gemaakt, alhoewel de veengrond niet geschikt zou zijn voor druiven.
De Zuid-Hollandse boeren kwamen samen bij wijngaard Naescas van Peter Verboom (58). Hij gooide vier jaar geleden het roer om en verruilde zijn werk als bloemenkweker voor een leven als wijnboer. Zijn bijna 1.500 flessen verkoopt hij onder de noemer 'Groene Hartwijn'. De gemeente Nieuwkoop heeft zijn wijn ingekocht om als relatiegeschenk weg te geven. En inderdaad, hij verbouwt ze op de slechtste grond die een druif zich kan wensen: veen. "Ik had de grond voor de bloemen al gedraineerd, dus het grondwaterpeil ligt lager. En om het veen minder zurig te maken, heb ik er een paar duizend kilo kalk op gestort."
Verboom pakt het serieus aan. "Met een relatief nieuw product als Nederlandse wijn kun je je geen mislukkingen permitteren." Hij ging op wijnbouwcursus bij Fred Lorsheijd en nam 'wijndokter' Stan Beurskens in de hand. Over een van zijn eerste wijnen, de Rondo/Regent 2006, zei vinoloog Thérèse Boer van sterrenrestaurant De Librije: "Zachte zuren, vanille, sappig. Gemaakt door een wijngaardcamping? Verbazingwekkend goed!"
Sinds de oprichting van de eerste wijngaard in Nederland zijn inmiddels ruim veertig jaar verstreken. Dankzij opleidingen en het inhuren van buitenlandse wijnmakers neemt de kwaliteit van de Nederlandse wijn toe, zegt Theo Mellenbergh van het Wijngaardeniersgilde. Op concoursen in Duitsland en Tsjechië hebben Nederlandse wijnen dit jaar gouden medailles gewonnen.
Mellenbergh merkt wel dat consumenten en wijnkenners aan de smaak van de Nederlandse wijn moeten wennen. Ook Nicolaas Klei, auteur van de Supermarktwijngids, vindt dat de wijn steeds beter smaakt. "Maar", voegt hij eraan toe, "de beste Nederlandse wijnen zijn nog steeds niet meer dan 'best wel aardig'. Wij gebruiken Duitse druiven die grovere en simpelere wijn maken, maar de beroemde druiven zijn niet voor niets zo beroemd."
De ultieme randstadwijn komt uit hartje Amsterdam. Michiel van Mens (45) heeft aan zijn gevel in de Jacob Marisstraat druiven hangen. Vorig jaar heeft hij de trossen verzameld en geperst met een aardappelpureerstaaf. Bij de drogist kocht hij een starterspakket voor wijnmaken en nadat hij de instructies in stripvorm gevolgd had, kon hij negen maanden later zijn vijfliter wijn drinken. Dat smaakte naar meer, zegt Van Mens, die in het dagelijks leven als interim manager databases analyseert. "Ik ben van plan om met de buren het pleintje in de buurt in te richten als wijngaard. Als ik heb uitgerekend wat de investeringen zijn, vraag ik toestemming bij de gemeente."
Van de verkoop van wijn kan bijna geen enkele wijnmaker leven. Lorsheijd verdient met 12.000 flessen circa 24.000 euro. Dat is voor hem en zijn drie compagnons niet voldoende om van rond te komen. Lorsheijd geeft rondleidingen over zijn wijngaard en wijnbouwcursussen, verkoopt hout en pakt soms noodgedwongen zijn oude werk als hovenier weer op.
Peter Verboom geeft ook rondleidingen, organiseert wijnproeverijen, heeft een camping en verhuurt zijn kas aan groepen die iets te vieren hebben. "En één dag in de week ben ik chauffeur op klassieke bussen die worden verhuurd voor bruiloften."
Bron: NRC Handelsblad 19 september 2009
|