Wijngoed Montferland

Familie Masselink
Munsterweg 4
Gendringen - Gelderland



Fotostrip: ons bezoekje aan wijngaard ’t Oerlegoed - 3 augustus 2014

Klik hier voor website Wijngoed Montferland

Varkens eruit, boer maakt wijn door Cyrille Klaassen
Een beetje creatief inspelen op de nieuwe situatie doet soms wonderen. Varkensboer Leon Masselink drijft tegenwoordig een heus wijngoed.

Dat het langzaam maar zeker warmer wordt in Europa is gunstig voor de Nederlandse wijnen. Die zijn aan een bescheiden opmars bezig. In het Gelderse Gendringen bijvoorbeeld. Daar ligt wijngoed Montferland, vernoemd naar de streek waar Leen Masselinkal zijn hele leven woont. Het ligt verscholen achter Doetinchem, vlak bij de grens met Duitsland.

De lange rijen met druivenranken zijn van ver te zien. Te midden van de druiven staat het wijnhuis, dat omgeven is met lange houten banken die doen denken aan een reclame voor Franse kazen. Binnen is een proeflokaal voor gasten. Enorme tanks, filter- en persinstallaties en een bottelmachine vullen de rest van de ruimte. In de kelder ligt de wijn, in flessen en in houten vaten.

Masselink ruilde in 2004 een groot deel van zijn varkens in voor druivenplanten. "Door de varkenspest en MKZ ging ik nadenken over mijn toekomst. Ik las een verhaal over een wijnboer in Zuid-Limburg. Hij zat in een typisch Frans kasteel en maakte wijn op de Limburgse heuvels. Overdag schonk hij die met een stokbroodje en een kaasje aan zijn gasten. Het klonk romantisch en bleek een succes te zijn. Ik dacht: dat moet hier ook kunnen."

Masselink kreeg gelijk. Elf jaar later telt Wijngoed Montferland 4 hectare druivenranken, verdeeld over twee aparte wijngaarden. Het areaal levert per jaar ongeveer 20.000 flessen rosé, rode en witte wijn op. In plaats van de traditionele druivensoorten (zoals pinot noir, riesling, muller-thurgau) groeien hier nieuwe varianten als rondo, regent, merzling, johanniter en cabernet cortis. Rassen die in de jaren negentig voor het eerst gekruist werden in Duitsland, dat op zoek was naar druiven die minder gevoelig zijn voor schimmelziektes zoals (valse) meeldauw en dus ook minder bespoten hoeven te worden. De rassen bleken per toeval ook nog eens eerder rijp te zijn. En daarmee geschikter voor het Nederlandse klimaat.

En ze smaken nog eens goed ook. De laatste jaren haalden de wijnen van Masselink tal van medailles bij nationale én internationale wijnkeuringen. "We schijnen inderdaad lekkere wijn te maken", zegt hij bescheiden. "De kwaliteit van Nederlandse wijnen is sowieso flink verbeterd de laatste jaren. Omdat wijnboeren steeds professioneler te werk gaan en door het klimaat, dat gunstiger is geworden."

Door de opwarming van de aarde komt de wijngrens steeds noordelijker te liggen. Zelfs in Denemarken en het zuiden van Zweden wordt inmiddels wijn gemaakt. In Nederland schijnt de zon bovendien vaker. Het aantal zonuren is sinds 1980 met 5 procent toegenomen. Het suikergehalte van de druif en daarmee ook de hoeveelheid alcohol zijn daardoor ook iets omhoog gegaan. In Nederland is 12 ŕ 13 procent alcohol gangbaar, bij een wijn uit Frankrijk, Italië of Spanje ligt het alcoholpercentage een paar procent hoger.

De verandering van het klimaat leidt tegelijkertijd tot extremer weer. Er vallen meer hagel- en hoosbuien. Dat is weer ongunstig. Want die spelen schimmels in de kaart en maken bestrijdingsmiddelen noodzakelijk. "Die gebruiken we het liefst zo min mogelijk. Veel Nederlandse wijnen zijn biologisch."

Lange wortels
Druiven houden niet van natte voeten. De Nederlandse natte, zure veengronden en de zware zee- en rivierklei zijn ongeschikt. Druiven houden het meest van goed doorluchte en afwaterende zandgrond, voorzien van kalk, zodat de wortels meterslang kunnen groeien. De lösshellingen in Limburg komen in de buurt. "Maar hier in de Achterhoek is de bodem ook erg geschikt. Door de Rijn, die hier vlakbij loopt, en de ijzerindustrie hier in de regio krijgt de wijn aan een krachtige, mineraalrijke en fruitige smaak."

Van nattigheid hebben de druiven van Masselink minder last. Gendringen is één van de droogste plekken van Nederland. "Ik heb het liefst dat het zo droog mogelijk is. De planten moeten een beetje lijden. Dat geeft lekkerdere wijnen."

Nederlandse wijnen zijn over het algemeen duurder dan de doorsnee supermarktwijn. Ze kosten gemiddeld tussen de 10 en 15 euro. "We richten ons op het hogere prijssegment. Dat moet ook wel. We zouden wel wijn kunnen maken voor 4 euro, maar dat zou ten koste gaan van de kwaliteit."

Rijk wordt Masselink niet van zijn wijn. "En het is hard werken. Bij een goede oogst kan ik net leven van de wijn. Binnen een paar jaar stop ik met akkerbouw en vee. Het wijngoed zal dan wel moeten groeien. Naar 20 of 30 hectare. En ik moet personeel in dienst nemen. Nu werk ik nog met vrijwilligers."

Masselink verwacht dat het aantal wijngaarden in Nederland de komende jaren licht groeit. "Maar ik verwacht vooral dat de kwaliteit toeneemt. Er zullen waarschijnlijk nog wat mooie nieuwe rassen bij komen. Traditionele rassen zullen het ook beter doen als het warmer wordt. Maar ook in het huidige klimaat kunnen we al heel mooie wijnen maken. De echte wijnkenners beginnen dat nu langzaam door te krijgen. Nu de rest van Nederland nog."

Leon Masselink | Fotocompositie Mark Kohn

Van Texel tot Zeeland
In 1997 telde Nederland nog maar zes wijnboeren, maar sinds de komst van de nieuwe druivenrassen is dat aantal snel verveelvoudigd. In 2015 zijn er meer dan 150 commerciële wijngaarden die zich hebben aangesloten bij het wijngaardeniersgilde. Samen hebben zij 240 hectare met druivenranken. Lang niet alle wijngaarden zijn meer in Zuid-Limburg, vele bevinden zich boven de grote rivieren. Ze spreiden zich uit van Texel tot Zeeland.

Op dit moment worden in Nederland 1 miljoen flessen wijn per jaar geproduceerd. Alle Nederlanders samen drinken 500 miljoen flessen wijn. Er zit dus nog heel wat rek in. "Daarom is het belangrijk dat we elkaar niet als concurrenten zien, maar elkaar ondersteunen. Alleen dan kunnen we van Nederland een echt wijnland maken."

Romeinen hielden wel van 'n wijntje
Het waren de Romeinen die voor het eerst druiven verbouwden in Nederland en daar wijn van maakten. Ondanks de relatief noordelijke ligging was de omgeving van Maastricht erg gunstig door de hellingen en vruchtbare lössbodem.
Later in de Middeleeuwen verspreidde de wijnbouw zich ook over andere delen van Nederland. Dit was het gevolg van het relatief warme klimaat in die tijd waarvan de druiventeelt profiteerde. In de veertiende- én vijftiende eeuw was de Nederlandse wijnbouw op zijn hoogtepunt. Maar toen kwam het bier op. Met de toevoeging van hop werd deze drank langer houdbaar en beter van smaak.
Na 1540 veranderde ook het klimaat in Nederland, het werd kouder en vanaf 1590 bevond Nederland zich in een zogeheten Kleine IJstijd. Hierdoor, maar ook door de Tachtigjarige Oorlog, werd de wijnbouw in Nederland gedecimeerd. De druifluis gaf uiteindelijk de genadeklap. Dat veranderde in de jaren zeventig van de twintigste eeuw met nieuwe wijngaarden in Limburg en Noord-Brabant. Sinds die tijd is er sprake van een weelderige wijnbouw.

Bron: Trouw | woensdag 26 augustus 2015


Nederlandse wijngebieden  >>